Druk- en illustratietechnieken, klaskrant en correspondentie
De klaskrant (en/of de schoolkrant) heeft verschillende functies. In de eerste plaats is de klaskrant een eindproduct waaraan alle kinderen van de groep meewerken. In de tweede plaats is het een communicatiemiddel naar de ouders en naar andere groepen leerlingen, binnen en buiten de eigen school. De krant biedt bijvoorbeeld een overzicht van wat in de loop van een maand in de klas gebeurde: een bloemlezing van vrije teksten, projectverslagen, kunstwerkjes, fragmenten uit het dagboek van de klas en dergelijke.
Bij de vormgeving van de klaskrant staan de nauwgezetheid, zorgzaamheid, vaardigheid en trots over het werk van de goede ambachtsman of -vrouw model voor het werk van de kinderen. De ambachtelijke druk- en illustratietechnieken (drukpers, linosnijden, limograaf, zeefdruk, enz.) blijven daarom in veel freinetscholen een belangrijke plaats innemen bij het maken van een klaskrant. Ze stimuleren ook meer het coöperatief samenwerken in de klas dan reproduceermiddelen zoals het kopieerapparaat. Maar vanzelfsprekend neemt ook de informatie- en communicatietechnologie in het hedendaagse freinetonderwijs een centrale plaats in. Wat langere teksten worden op de computer ingetikt en afgedrukt; illustraties kunnen ingescand, werkstukken digitaal gefotografeerd en groepsprocessen op video opgenomen worden. De klaskrant komt dan op de website of de blog van de klas of de school, of kan per e-mail naar de correspondentieklas(sen) verstuurd worden.
Zo’n uitwisseling die de grenzen van de eigen groep overstijgt, is van het allergrootste belang: het is de motor voor functioneel schriftelijk taalgebruik. Wat je opstuurt, moet duidelijk geformuleerd, foutloos en mooi opgemaakt zijn. Leerlingen kijken ook uit naar de reacties van de correspondentievrienden, die ze uiteraard zo snel mogelijk willen lezen. Vaak vormen die reacties (bv. expliciete vragen) dan weer de aanleiding om de eigen omgeving grondiger te onderzoeken: wat in de eigen groep als vanzelfsprekend beschouwd wordt, is dat misschien niet voor de correspondentieklas.
De aard van de correspondentie evolueert met de leeftijd van de leerlingen. Oudere leerlingen kunnen bijvoorbeeld in het Frans of het Engels corresponderen met een klas in het buitenland. Zo biedt correspondentie de mogelijkheid om ook voor andere talen tot betekenisvolle, levende schriftelijke communicatie te komen.
(Dit is een fragment uit ‘Inleiding tot de freinetpedagogie en -didactiek’, geschreven door Keerpuntmedewerkers Geert Van Hout en Luc Heyerick.)